Je verzamelt informatie over de vaardigheden van je medewerkers. Wat kunnen ze en wat kunnen ze niet om een bepaalde functie uit te oefenen? Als je hier een goed beeld van hebt, kun je met de gevonden vaardigheden gaan werken om die af te stemmen op de doelen van je bedrijf.
Hierboven staat waar competentiemanagement om draait. Hier gaan we even dieper op in. Competentiemanagement gebruik je namelijk specifiek voor deze twee zaken:
1. Het aannemen van personeelDoor het overzicht op de competenties kun je gerichte functieprofielen opstellen om nieuwe medewerkers aan te trekken. Deze medewerkers hebben dan de juist of andere vaardigheden die nodig zijn voor een goede invulling van de functie.
2. Het opleiden van personeelSommige medewerkers hebben de juiste vaardigheden voor een bepaalde functie. Andere medewerkers moeten nog nieuwe vaardigheden leren. Door hier zicht op te hebben, kun je gericht (interne) workshops, trainingen of opleidingen aanbieden. Dit heeft twee voordelen: je medewerkers blijven bij qua vaardigheden en je houdt ze gemotiveerd.
Een competentie is een bekwaamheid in een activiteit. Je leert het door studie en ervaring. Het is dan ook geen vaardigheid op zich, maar een pakket van kennis, vaardigheden, gedrag en talent van een persoon. Sterker, het pakket is zo 'samengesteld' dat het de persoon helpt met individueel presteren.
Maar wat zijn dan precies competenties? De lijst kan erg lang zijn, dus we beperken het tot tien voorbeelden.
Tijd voor het echte werk! Want wat moet je precies doen om competentiemanagement uit te voeren? Volg deze vijf algemene stappen om niets te missen.
Moet het bedrijf betere producten leveren? Wil je de klantenservice verbeteren? Of wil je minder verloop van werknemers? Als je het hoofddoel (organisatiedoel) precies definieert, dan kun je daar kerncompetenties aan koppelen. Vanuit deze kerncompetenties bepaal je dan alle andere nodige competenties die het personeel nodig heeft om het hoofddoel te bereiken.
Bepaal per functiesoort of afdeling de gewenste competenties. Die moeten direct afgeleid zijn van de kerncompetenties. Maak dan per functiesoort of afdeling een competentieprofiel. Beschrijf daarin ongeveer negen gewenste competenties. Je kunt competenties toevoegen als je denkt dat die ook het hoofddoel van het bedrijf dienen.
Competenties zijn nogal abstract, dus hoe weet je of je een competentie moet verbeteren? Een optie: maak competenties meetbaar door vragenlijsten op te stellen en koppel beoordelingscijfers aan de competenties.
Registreer en beheer alle relevante gegevens bovendien met speciaal daarvoor bedoelde software. Zo houd je alles overzichtelijk en kun je (op tijd) bijsturen. Regel dit wel eerst voor je verdere stappen zet.
Welke competenties zijn al in huis? Welke ontbreken nog? Onderzoek dit met evaluaties bij je medewerkers. Denk aan evaluatielijsten (waarbij medewerkers zichzelf beoordelen) of aan competentietests. Op basis van de gemeten resultaten formuleer je concrete acties om zaken te verbeteren.
Organiseer workshops, cursussen of trainingen om medewerkers meer of betere competenties aan te leren. Zorg tegelijkertijd voor een stimulerende werkomgeving, waarin mensen elkaar aanmoedigen om te blijven leren.
Bedenk dat alle competenties terugkomen in vacatures, sollicitatiegesprekken en functioneringsgesprekken. Competentiemanagement is namelijk geen 'one-day-job', maar een doorlopend verbeterproces!
Competentiemanagement toepassen heeft verschillende voordelen, zowel voor werknemers als werkgevers. Laten we eens kijken:
Helaas zitten er ook een aantal nadelen aan competentiemanagement. Dit zijn ze: