Een start-up is een beginnend bedrijf dat snel wil groeien. Het bedrijf focust zich in het bijzonder op de ontwikkeling van innovatieve producten of diensten. Niets is echter zeker in een beginfase, daarom stellen medewerkers van een start-up zich zeer flexibel op en laten ze zich van hun beste kant zien op creatief gebied.
Opkomende bedrijven moeten vaak nog een cultuur 'ontwerpen'. Veel start-ups starten echter met een cultuur dat sterk lijkt op een adhocratiecultuur of flexibele cultuur. Veel elementen uit deze cultuurtypen zul je zo ook zien in de hieronder beschreven eigenschappen.
Echter, naarmate een start-up groeit, komen steeds meer regels en procedures vast te liggen. Het is dan mogelijk dat een bedrijf dan kiest voor een meer formele cultuur om zaken te kunnen blijven sturen. Een flexibele cultuur 'switcht' dan naar, bijvoorbeeld, een procesgerichte cultuur of een bureaucratische cultuur, maar het hoeft niet.
Een start-up richt zich in om snel te kunnen schakelen en innovatieve prestaties neer te zetten. Het bedrijf is namelijk sterk gedreven om zichzelf te bewijzen.
Start-ups dromen meestal grote dromen. Een oprichter van een start-up zou niets liever willen dan dat zijn of haar bedrijf een innovatieve oplossing presenteert voor een groot probleem. Deze visie wordt regelmatig gedeeld of herhaald bij de medewerkers, zodat zij het zicht op het grote plaatje nooit verliezen.
In een start-up moeten medewerkers vaak snel beslissingen nemen. De snelheid is nodig om vrijwel direct te kunnen inspelen op (plotselinge) veranderingen in de markt. Door een platte organisatiestructuur kunnen alle medewerkers snel met elkaar schakelen en met elkaar instemmen. Iedereen mag zijn ideeen inbrengen, ongeacht orde of rang.
Besluitvormingsprocessen zijn kort, ook omdat iedereen elkaar informeel benadert. In een formele omgeving, zoals in een bureaucratische cultuur, zou dit heel anders zijn. Daar verlopen processen wat stroperiger, juist omdat beslissingen eerst door allerlei managementlagen heen moeten voor goedkeuring.
Een start-up richt zich continu op de ontwikkeling van innovatieve producten of diensten. Het bedrijf verwacht dan ook van de medewerkers dat ze creatief zijn en dat ze probleemoplossend denken. Zij krijgen zeker de vrijheid om te experimenteren met nieuwe oplossingen.
Sowieso zijn alle medewerkers in een start-up sterk klantgericht. Ze luisteren aandachtig naar de feedback van een klant om een product of dienst te verbeteren.
Het bedrijf staat toe dat medewerkers af en toe een risico nemen. Ook mislukkingen kunnen immers leiden tot nieuwe, betere oplossingen. Wel wordt van elke medewerker verwacht dat die altijd de verantwoordelijkheid neemt voor het eigen werk.
Een start-up moet vaak werken met beperkte budgetten. Dit kan invloed hebben op veel zaken, zoals het (op tijd) uitbetalen van salarissen en het inkopen van nieuwe technologische tools. Aan de andere kant: beperkingen kunnen creativiteit stimuleren. Om toch een bepaald doel te kunnen behalen, moeten medewerkers soms dus ook out-of-the-box kunnen denken.
Zoals gezegd, start-ups moeten zich snel aanpassen aan veranderingen als ze innovatief voor de dag willen komen. Ze moeten ook snel inspelen op kansen. Voor beide acties is veel flexibiliteit nodig, dus het bedrijf zal, zeker in het begin, ervoor kiezen om agile te werken.
Een start-up heeft meestal nog niet veel werknemers, althans nog niet zo veel als in bedrijf dat al jarenlang bestaat. De rollen en verantwoordelijkheden kunnen daardoor wel eens wisselen. Soms is dat nodig, want het bedrijf wil in een snel tempo presteren. Door wisselingen krijgen medewerkers een beter inzicht in het werkproces van een ander en ze leren nieuwe vaardigheden.
In een start-up zijn meestal cross-functionele teams aan het werk. Een divers samengesteld team is goed in staat om originele oplossingen te bedenken, omdat er meerdere perspectieven voorhanden zijn. Een multidisciplinair team is zo ook in staat om complexe problemen op te lossen.
De medewerkers delen dezelfde visie en missie. Ze beseffen ook goed dat iedereen aan een gemeenschappelijk doel werkt. Het bedrijf verwacht dan ook zeker dat alle teamleden samenwerkingsgericht zijn. Om dat te versterken organiseren leidinggevenden of HR-medewerkers regelmatig teambuildingactiviteiten.
Veel start-ups bieden flexibele werktijden en de mogelijkheid tot hybride werken aan. Dit helpt medewerkers om een goede werk-privebalans te houden. Het is ook wel nodig, want in een start-up is iedereen erg gefocust om continu te presteren en dat kan veel druk op mensen leggen.
Het bedrijf is op allerlei manieren gericht om zaken continue te verbeteren. Leidinggevenden sporen medewerkers daarom aan om een growth mindset te ontwikkelen. Een ideale medewerker voor een start-up is creatief, nieuwsgierig en altijd bereid om zich op persoonlijk en professioneel vlak te ontwikkelen.
Het bedrijf biedt medewerkers allerlei trainingsmogelijkheden aan om nieuwe vaardigheden te leren en/of om bij te blijven in de nieuwste trends en technologieen. Dit komt de kwaliteit van innovatieve producten of diensten ten goede.
Start-ups zoeken vaak verwoed naar nieuw talent. Nieuw talent kan namelijk nodig zijn om (nog meer) innovatieve producten en diensten te ontwikkelen. Kandidaten die creatief, flexibel en samenwerkingsgericht zijn, zijn doorgaans van harte welkom. Belangrijk is ook dat een kandidaat bereid is om (voor langere tijd) mee te groeien met het bedrijf.