Een vacaturetekst schrijf je namelijk niet zomaar voor ‘werkzoekenden’. Dat is te breed. Waarschijnlijk zijn er eisen verbonden aan die functie bij jouw organisatie, dus niet zomaar iedereen is geschikt. Daarom schrijf je een vacature (en iedere andere tekst) voor een doelgroep.
Als het gaat om vacatures dan kun je verschillende doelgroepen kiezen. Wil je meer jong personeel? Dan kun je schrijven voor Gen Z of millennials. Ben je op zoek naar iemand op een bepaald punt in zijn of haar carrière? Dan richt je je op seniors of juist starters. Of misschien wil je jouw tekst afstemmen op een bepaalde branche of een beroep. Het is allemaal mogelijk.
Een gerichte vacature trekt de juiste mensen aan. Als je weet wie je zoekt, kun je daar je taal en toon op afstemmen. Een starter leest anders dan iemand met twintig jaar ervaring. Een verpleegkundige let op andere dingen dan een programmeur.
Schrijf je te algemeen? Dan voelt niemand zich aangesproken. Schrijf je gericht? Dan voelt jouw lezer: dit gaat over mij.
Vacatureteksten schrijven voor een doelgroep begint met afbakenen. Wie wil je bereiken? Stel jezelf vragen zoals:
Begin pas als je een goed beeld hebt van de doelgroep met schrijven. Nu ga je aan de slag met de vacature. Let vooral op je toon en gebruik de taal van je doelgroep. Is je ideale kandidaat jong? Dan mag het wat losser en creatiever. Wil je een senior bereiken? Dan past een meer formele toon.
Let ook op woorden die jouw doelgroep gebruikt. Probeer je te verplaatsen in hun schoenen. Wat willen zij het liefste weten over deze functie? En wat vinden ze belangrijk in een baan? Denk bijvoorbeeld aan salaris, doorgroeimogelijkheden of pensioen.
Elke generatie heeft zijn eigen kenmerken. Natuurlijk is niet iedereen binnen een generatie hetzelfde, maar je kan wel rekening houden met een bepaalde voorkeur of taal.
Elke branche heeft een eigen taal. Die bestaat uit jargon, maar gaat nog verder dan dat. Een IT'er let op andere dingen in een vacature dan iemand in de zorg. Een logistiek medewerker wil waarschijnlijk vooral weten wat de werktijden en het salaris zijn. Een marketeer is misschien meer geïnteresseerd in de visie van het bedrijf en de tools waarmee wordt gewerkt.
Gebruik termen die passen bij de sector, maar overdrijf niet met jargon. Houd het toegankelijk. Laat wel zien dat je snapt wat belangrijk is in het werk. Je kunt bijvoorbeeld systemen of methoden noemen waar je in je organisatie mee werkt die typisch zijn voor de branche.
Tot slot: testen helpt. Vraag feedback aan mensen uit je doelgroep. Begrijpen zij de vacaturetekst? Voelen ze zich aangesproken? Blijf leren en bijstellen. Voer een A/B test uit om te zien welke titel, intro of functieomschrijving het beste werkt. Zo maak je steeds betere vacatures en krijg je reacties van de kandidaten die je echt wil.