Stel je eens voor. Je bent gepromoveerd in de astrofysica en je bent wereldberoemd rockmuzikant. Er zijn maar weinig mensen ter wereld die niet weten wie je bent. Je bent rijk, succesvol, intelligent en getalenteerd. En tóch... heb je het gevoel dat je maar weinig voorstelt.
Klinkt raar? Voor Queen-muzikant Brian May is het de realiteit. Het imposter syndrome kan je hele rare dingen laten denken. May is ook zeker niet de enige met zulke gedachtepatronen. Onderzoekers die 62 studies naar het imposter syndrome analyseerden, concluderen dat 9 tot 82 procent van de bevolking zich op enig moment een bedrieger voelt.
Daarom gaan we in dit artikel op de volgende zaken in:
- Wat is de definitie van het oplichterssyndroom?
- Hoe herken je het imposter syndrome bij jezelf?
- Wat kun je aan dit gevoel doen?
Definitie imposter syndrome
Het imposter syndrome is geen officiële diagnose, maar een vorm van zelftwijfel. Mensen hebben het gevoel de boel te bedriegen en ze wachten op het moment dat ze ‘ontmaskerd’ worden. Het maakt niet uit dat ze daadwerkelijk succes hebben of goeie beoordelingen krijgen. De overtuiging dat ze eigenlijk de boel bedonderen, is sterker.
Het lijkt erop dat het imposter syndrome een link heeft met perfectionisme. Ook blijkt uit onderzoek dat vrouwen er vaker last hebben dan mannen, zoals in dit
onderzoek van California State University (VS), dat verschillende studies naar het imposter syndrome analyseerde.
Iedereen vindt zichzelf af en toe een kluns, dat is niet zo raar. Zeker als je net een blunder hebt begaan op je werk. Maar als je last hebt van het imposter syndrome, internaliseer je die gevoelens. Je grijpt zo’n blunder aan als bewijs dat je inderdaad incompetent bent. Een ‘normaal’ persoon baalt even, maar twijfelt door een foutje niet gelijk aan zijn eigen competenties.
Dat je last hebt van het imposter syndrome, kun je herkennen aan vaak terugkerende gedachtepatronen.
Gedachten die bij het imposter syndrome horen
- ‘Ik moet geen fouten maken, want dan krijgt iedereen door dat ik er niks van bak.’
- ‘Ik verdien dit succes helemaal niet.’
- ‘Ik heb mijn succes niet aan mijn kunnen te danken, maar aan mijn charmes.’
- ‘Mensen hebben een veel te hoge dunk van mij.’
- ‘Die promotie is zo onterecht, ik kan dit helemaal niet.
- ‘Hoe heb ik deze baan gekregen? Iedereen is veel slimmer dan ik.’
- ‘Die bonus? Dat was mazzel. Ik kreeg hem niet omdat ik zo goed werk.’
- ‘Wanneer komen mensen erachter dat ik niet zo competent ben?’
- ‘Oh nee, ik heb een fout gemaakt. Nu weet iedereen dat ik een kluns ben.’
Naast zulke gedachten hebben zelfverklaarde bedriegers ook moeite om hun successen aan zichzelf toe te schrijven. Het ligt altijd aan iets anders, zoals mazzel. Of hun manager is simpelweg gecharmeerd van ze. Genieten van succes is dan ook moeilijk voor iemand die zich een oplichter voelt. Het succes voelt te onverdiend.
Gevoel is heel normaal
Heb je het idee dat je weleens aan het imposter syndrome zou kunnen lijden? Dan helpt het al om te weten dat je niet alleen bent. Zoals we al zeiden heeft zelfs rockster Brian May er last van.
Hoewel de ervaring zeker niet abnormaal is, kunnen de bijkomende gedachtes en gevoelens je wel hinderen. Mensen met het imposter syndrome hebben vaak last van faalangst. Depressie en spanning gaan ook vaak hand in hand met het oplichterssyndroom.
Als het imposter syndrome onderdeel is van een groter psychologisch probleem, adviseren we je om professionele hulp te zoeken.
Tips om van imposter syndrome af te komen
Er zijn manieren om het imposter syndrome te bestrijden. We baseerden onderstaande lijst o.a. op de tips van Valerie Young, de oprichter van het
Imposter Syndrome Institute. Volgens haar is het belangrijk om negatieve gedachtes te leren ombuigen.
1. Leer negatieve gedachten herkennen
Probeer het op te merken als de gedachtes die zeggen dat je niks kunt zich aandienen. Ze herkennen is de eerste stap in ze leren ombuigen.
2. Praat erover
Het is fijn als je erachter komt dat je niet alleen bent. Vertel iemand dus over je gevoelens. Waarschijnlijk ontdek je dat er meer mensen zo denken als jij.
3. Begrijp de context
Op momenten waarop je niet barst van het zelfvertrouwen, krijg je eerder negatieve gedachten. Het is normaal dat je dan even aan jezelf twijfelt. Maar vertel jezelf dat die gedachtes niet betekenen dat je ook waardeloos bént. Gedachtes spreken niet de waarheid.
4. Schrijf complimenten op
Omdat mensen met het imposter syndroom moeite hebben met successen van zichzelf te accepteren, is het belangrijk om ze te vieren. Krijg je een compliment? Veeg die dan niet van tafel, maar schrijf hem op en kijk er af en toe naar. Dat kan je helpen de positieve opmerkingen echt ter harte te nemen.
5. Wees lief voor jezelf
Onthoud dat je echt fouten mag maken. Dat maakt je niet direct een waardeloos en incompetent mens. Leer dat je oké bent, ook als je niet aan je perfectionistische eisen voldoet.
6. Vertel jezelf andere dingen
Merk je dat je een vervelende gedachte krijgt? Bijvoorbeeld dat je binnenkort door de mand gaat vallen als iemand die maar wat doet? Vertel jezelf dan dat het heel normaal is dat je (nog) niet alles weet. Buig de gedachten om.