Met het Edgar Schein-model leer je je bedrijfscultuur kennen door onderzoek te doen naar drie niveaus. Bekijk deze niveaus en ontdek de acties.
De drie niveaus van een bedrijfscultuur
Volgens organisatiedeskundige Edgar Schein bestaat een bedrijfscultuur uit drie niveaus. Deze drie niveaus zijn samengebracht in één model. Je kunt elk niveau onderzoeken om jouw bedrijfscultuur of een andere bedrijfscultuur te leren begrijpen en in kaart te brengen.
Maar... er is ook een uitdaging. De elementen die in deze drie niveaus staan beschreven, worden namelijk per niveau steeds minder zichtbaar voor het blote oog.
Niveau 1. De artefacten (artifacts)
Met ‘artefacten’ bedoelt Schein: zichtbare uitingen van de bedrijfscultuur. Het gaat hier om zaken die je fysiek kunt waarnemen op de werkvloer. Denk bijvoorbeeld aan:
- Logo’s
- Kleding(stijl)
- Producten
- Werkmaterialen
- Werkprocessen
- Werkruimtes (inrichting en aankleding)
- Gedrag en/of taal(gebruik) van medewerkers
Wat kun je met deze observatie?
Artefacten zeggen vaak veel over de bedrijfscultuur. Een voorbeeld: als je medewerkers allemaal samenwerken in één ruimte, dan betekent dit meestal dat het bedrijf veel waarde hecht aan teamwork, communicatie en samenwerking. Andersom: een bedrijf met veel gescheiden werkruimtes kan duiden op (te strakke) hiërarchie in het bedrijf.
Wat valt misschien nog meer op? Hier wat extra voorbeelden:
- Je ziet hoe medewerkers tegen elkaar praten.
- Je ziet hoe leidinggevenden anderen begeleiden.
- Je ziet hoe een product gemaakt wordt.
- Je ziet hoe een klacht behandeld wordt.
- Kortom: je ziet wat iedereen concreet doet en meemaakt.
Pas wel op voor eigen aannames
Volgens Schein is het belangrijk dat je niet zomaar zelf conclusies trekt over wat je waarneemt. De betekenis van wat je ziet, wordt namelijk meestal pas echt duidelijk als je met iemand van het bedrijf praat over wat je ziet.
Lees meer over het cultuurmodel van Edgar H. Schein in zijn boek De bedrijfscultuur als ziel van de onderneming - Zin en onzin van cultuurverandering.
Niveau 2. De beleden waarden (espoused values)
Tot beleden waarden behoren de strategieën, doelstellingen, principes en filosofieën van een bedrijf. Het bedrijf kan deze waarden op schrift hebben staan, denk bijvoorbeeld aan de missie en de visie. Maar er kunnen ook ongeschreven of onuitgesproken regels bestaan. Die zijn lastiger te achterhalen.
Hoe doe je onderzoek naar de beleden waarden?
- Bekijk de reglementen.
- Analyseer de visie- en missieverklaringen.
- Neem interviews af bij leidinggevenden en werknemers. Hoe meer mensen je spreekt, hoe breder je beeld wordt van de bedrijfscultuur.
- Kijk naar hoe de organisatie zich profileert in uitingen die tot stand zijn gekomen door employer branding.
Wat kun je met deze observatie?
Door mensen te interviewen en documenten te lezen, leer je te begrijpen welke (kern)waarden het bedrijf nastreeft. Je leert ook hoe deze waarden leiden tot bepaalde acties en beslissingen. Wat Schein ook beslist onderstreept: waarden zijn minder concreet waar te nemen dan artefacten. Ook bij dit niveau moet je dus oppassen dat je niet te snel conclusies trekt over het reilen en zeilen van een bedrijf.
Niveau 3. De basisveronderstellingen (underlying assumptions)
Volgens Schein zijn het vooral de basisveronderstellingen die een bedrijfscultuur definiëren. Met basisveronderstellingen bedoelt hij: onuitgesproken aannames van medewerkers. Het gaat hier om hun diepgewortelde, maar onbewuste overtuigingen over ‘wat hoort’ qua denken en doen op de werkvloer.
Een voorbeeld: een team heeft door goede planning een product op tijd afgeleverd, ondanks allerlei uitdagingen tijdens het project. Een medewerker kan hierdoor aannemen dat je alleen door goede planning succes kunt behalen. Dit terwijl er waarschijnlijk nog meer factoren een rol hebben gespeeld om het succes te bereiken.
Hoe doe je onderzoek naar basisveronderstellingen?
Basisveronderstellingen zijn vrij lastig te achterhalen, juist omdat ze op onbewuste aannames zijn gebaseerd en sterk in het bedrijf zijn ‘ingeburgerd’. Toch kun je met deze acties een poging wagen:
- Neem interviews bij je medewerkers af.
- Observeer ook hun gedrag en zoek naar gedragspatronen.
- Analyseer alle processen van besluitvorming binnen de organisatie.
Wat kun je met deze observaties en analyses?
Je kunt achterhalen waar gewenst of ongewenst gedrag uit voortkomt. Bijvoorbeeld: er is een medewerker die regelmatig te veel tijd besteedt aan het maken van een planning. Hierdoor heeft hij of zij minder tijd om productie te draaien.
Door je onderzoek weet je dat je medewerker heeft gekeken naar het team dat door een goede planning goed presteerde. Deze medewerker heeft waarschijnlijk automatisch aangenomen dat het voor hem of haar ook zo goed zou werken.
Je kunt van je onderzoek naar de bedrijfscultuur ook een teamproject maken. Dit kan grofweg zo: breng de cultuur eerst zelf in kaart aan de hand van de drie niveaus. Kijk daarna samen met een paar medewerkers of jullie tegenstrijdigheden binnen deze niveaus kunnen vinden.
Samengevat: waar is het cultuurmodel van Schein goed voor?
Je krijgt een dieper inzicht in hoe de bedrijfscultuur zichzelf vormgeeft door:
- Wat je ziet (niveau 1)
- Wat mensen zeggen (niveau 2)
- Wat mensen geloven (niveau 3)
Ook kun je het cultuurmodel gebruiken om verbeteringen aan te brengen in de organisatie. Tijdens je onderzoek kun je namelijk problemen opsporen en benoemen. Je kunt dan ook eenvoudiger gerichte oplossingen bedenken voor deze problemen. Zie je onderzoek naar de bedrijfscultuur daarom ook als een soort
root cause analysis.