Zeven Fouten bij Salarisonderhandelingen

Je hebt die droombaan bijna in je zak. Maar dan komt het spannendste moment: de salarisonderhandeling. Dit is hét moment om te krijgen wat je waard bent.

Helaas maken veel sollicitanten juist in dit deel van het proces grote fouten. Dat kan je duur komen te staan. Door je goed voor te bereiden op de vragen die je krijgt en de antwoorden die je kunt verwachten, voorkom je al een hoop van die fouten. Daarnaast moet je weten wat je rechten zijn en hoe je je presenteert in zo’n gesprek.

Fout 1: Te laag inzetten

Veel sollicitanten beginnen met een te laag salarisvoorstel,vaak is dat uit angst om de baan mis te lopen. Dan doe je jezelf tekort. Doe vooraf onderzoek naar wat marktconform is. Voeg je ervaring en opleidingen daaraan toe. Wat is het maximale salaris voor jouw functie? Ga daar in de buurt zitten. Kortom: zet hoog in. Vanaf dat startbedrag ga je onderhandelen, dus het salaris valt vrijwel altijd lager uit.

Fout 2: Je minimumsalaris noemen

Waarschijnlijk heb jij in je hoofd al een minimumsalaris bedacht waar je mee akkoord zou gaan. Wat je ook doet: zeg het niet hardop tegen de werkgever! De werkgever weet dan precies hoe laag je bereid bent te zakken. Hij zal dat ook inzetten in de salarisonderhandeling. Houd de kaarten dicht bij de borst en laat de werkgever een eerste bod doen.

Fout 3: Het eerste bod accepteren

Het eerste salarisvoorstel van je werkgever is een startpunt, al zal hij het niet altijd zo formuleren. Door meteen ‘ja’ te zeggen, mis je misschien wel de kans op meer loon of betere arbeidsvoorwaarden. Neem de tijd om het eerste bod te beoordelen en wees niet bang om een tegenbod te doen. Dat laat ook nog eens zien dat je weet wat je waard bent.

Fout 4: Je loonstrook geven

Sommige werkgevers vragen naar je huidige salaris of willen zelfs een loonstrook zien. Dat mag een werkgever vragen, maar jij bent niet verplicht mee te werken. Je kunt het zelfs beter niet doen. Het kan je onderhandelingspositie namelijk verzwakken. Wijs het verzoek vriendelijk af en focus op de waarde die je toevoegt en de marktwaarde van de functie.

Fout 5: Veel ‘sorry’ of twijfeltaal gebruiken

Veel ‘sorry’ zeggen is een teken van onzekerheid. Let dus op dat je niet iets zegt als “sorry, maar ik wil toch graag meer verdienen’’. Dat is namelijk niks om sorry voor te zeggen. Vermijd ook termen als ‘misschien’ of ‘ik denk dat’. spreek duidelijk en assertief over wat je wil en waarom je dat verdient.

Fout 6: Liegen over je ervaring en vorige werk (of juist te eerlijk zijn)

Eerlijkheid duurt het langst, maar te veel informatie delen is ook niet goed. Liegen over je ervaring kan later problemen veroorzaken. Aan de andere kant is het niet nodig om je tekortkomingen ongevraagd te delen. Presenteer jezelf op een eerlijke, maar ook positieve manier.

Fout 7: Alleen focussen op het salaris

Een goed salaris is belangrijk. Maar het is niet het enige dat telt. Er zijn meer factoren die bijdragen aan een goede baan. Denk bijvoorbeeld aan opleidingsmogelijkheden, flexibele tijden en doorgroeikansen. Leg daar ook zeker je focus op en vraag ernaar in de salarisonderhandelingen. Je kan de werkgever afschrikken als het lijkt alsof je alleen focust op het geld.