Oordeelsvorming is het vermogen om informatie te wegen en keuzes te maken. Zo neem je beslissingen die eerlijk, doelgericht en realistisch zijn.
Wat is oordeelsvorming?
Oordeelsvorming is het vermogen om een logisch, objectief en realistisch oordeel te vormen op basis van de informatie die je hebt.
Waarom is oordeelsvorming belangrijk op de werkvloer?
Op de werkvloer moet je elke dag keuzes maken. Door je oordeel te baseren op feiten, maak je eerlijkere keuzes. Dat is anders dan wanneer je alleen op je gevoel of uit gewoonte vertrouwt. Je beslissingen sluiten zo ook beter aan op je werkdoelen en de doelen van het bedrijf. Je werkt beter samen met je collega’s en leidinggevenden en je komt tot betere resultaten.
VoorbeeldStel, je bent manager en je moet kiezen wie een nieuw project gaat leiden. Ga je alleen af op je gevoel, dan kies je misschien een collega met wie je goed kunt opschieten. Kijk je naar de feiten, dan zie je dat een andere collega meer ervaring heeft met soortgelijke projecten. Bovendien heeft die in het verleden goede resultaten behaald. Deze laatste collega is dus de meest geschikte keuze.
Oordeelsvorming ontwikkelen: welke eigenschappen heb je nodig?
Deze eigenschappen helpen je bij een goede oordeelsvorming.
AnalytischJe verzamelt informatie voor analyse en interpretatie. Tijdens de
analyse check je of de feiten echt kloppen en of er verbanden bestaan.
Kritisch denkenJe raadpleegt betrouwbare bronnen en je laat je niet leiden door je eigen aannames of die van anderen. Anders gezegd: je kijkt
kritisch naar de informatie die je krijgt. Zo blijf je bij de feiten.
Communicatief vaardigJe moet communicatief vaardig zijn om te beargumenteren waarom je tot een bepaald oordeel bent gekomen. De feiten over een kwestie presenteer je dan ook heel duidelijk.
FlexibelSoms kan een situatie zo veranderen dat je je mening moet bijstellen. Je blijft daarom
flexibel: je houdt je niet te strak vast aan een oordeel.
BesluitvaardigOordeelsvorming helpt je
besluitvaardig te zijn. Je neemt immers een besluit op basis van de feitelijke informatie die je verzameld hebt. Sterker nog: dit lukt je ook onder tijdsdruk.
ZelfstandigJe doet zelf onderzoek en je laat je daarbij niet beïnvloeden door (emotionele) standpunten van anderen. Kortom, je werkt op
onafhankelijke basis.
VerantwoordelijkheidJe bent
zelf verantwoordelijk voor hoe je je eigen oordeel vormt. Je bent ook verantwoordelijk voor het oordeel op zich en voor de acties die daaruit voortkomen.
Hoe werk je aan oordeelsvorming?
Het vormen van een mening is een proces. Dit proces bestaat uit deze stappen:
- Je verzamelt eerst zo veel mogelijk informatie uit verschillende bronnen.
- Je beoordeelt de waarde van de informatie. Wat is feitelijke informatie en wat niet?
- Je ordent de bruikbare informatie. Hierdoor zie je verbanden.
- Je onderzoekt tot welke resultaten een eerder oordeel heeft geleid.
- Je onderzoekt verschillende invalshoeken en perspectieven.
- Je vraagt betrokkenen en deskundigen naar hun visie op de kwestie.
- Je komt tot een of meer conclusies op basis van je research. Wat is de best mogelijke uitkomst?
- Je beargumenteert je oordeel goed, zowel mondeling als schriftelijk.
- Je gaat aan de slag met de oplossing die uit je oordeel voortkomt.
- Je reflecteert achteraf over je oordeel. Heb je op basis daarvan de juiste conclusie getrokken? Zo niet, wat zou je de volgende keer anders doen?
Een oordeel vormen is niet iets dat je gehaast moet doen. Neem altijd de tijd om de feiten op een rij te krijgen.
Wat is een valkuil bij oordeelsvorming?
Een valkuil bij oordeelsvorming is
confirmation bias (bevestigingsvooroordeel). Dit houdt in dat je te veel aandacht besteedt aan informatie die een mening of overtuiging van jou bevestigt.
VoorbeeldJe denkt dat een collega altijd fouten maakt. En steeds als die een fout maakt, lijkt het alsof je gelijk hebt. Hierdoor heb je de neiging om de dingen te negeren die je collega wel goed doet.
Mogelijke oplossing
Je kunt dus je eigen vooroordelen in stand houden. Een manier om dit tegen te gaan, is door bewust op zoek te gaan naar informatie die je vooroordeel tegenspreekt.
Bijvoorbeeld: wat vinden anderen van de prestaties van je collega? En wat zeggen de cijfers concreet? Met dit laatste heb je ook echt feitelijke informatie.
In welke functies heb je oordeelsvorming nodig?
De competentie oordeelsvorming zie je in talloze functies terug. Kijk maar eens naar wat het kan betekenen voor deze acht beroepen:
- Rechters (ze wegen bewijs af en bepalen het vonnis)
- Artsen (ze stellen diagnoses en maken behandelkeuzes)
- Politieagenten (ze moeten snel beslissen in spannende situaties)
- Leerkrachten (ze beoordelen leerlingen)
- Managers (ze maken keuzes over strategie, middelen en personeel)
- Chef-koks (ze beslissen over smaken, hygiëne en het tempo in de keuken)
- Sociaal werkers (ze beoordelen cliënten en maken beslissingen voor het plan van aanpak)
- Chauffeurs (ze beoordelen steeds de veiligheid op de weg en maken hierover keuzes)