Voor een goed gesprek neem je ANNA mee: Altijd Navragen, Nooit Aannemen.
Mensen zijn nu eenmaal geneigd om een hoop aannames te doen in een gesprek. Die kunnen de communicatie onbedoeld stroef laten verlopen. Waarom zijn aannames zo’n probleem in de communicatie? En hoe voorkom je dat je zelf in de aannamevalkuil valt?
Wat zijn aannames precies?
Rationeel weten we dat aannames niet goed zijn, maar toch hebben we er ontzettend veel. Sommige zijn gebaseerd op eerdere (negatieve) ervaringen. Je hebt ooit iemand aangenomen die op een bepaalde hogeschool heeft gezeten en die persoon presteerde zeer ondermaats. Je bent nu huiverig voor iedereen die deze school zijn cv heeft staan. Je aanname is dat die school incompetente mensen aflevert.
Daarnaast doen we een hoop onbewuste aannames. Het is bewezen dat we mensen die we aantrekkelijk vinden ook slimmer inschatten. En betrappen we iemand op een fout? Dan bestempelen we die persoon al snel als incompetent. Andere verklaringen - zoals stress of moeheid - komen minder snel in ons op. En iemand met tattoos? Die moet wel rebels en tegendraads zijn.
Zo doen we de hele dag door allerlei aannames. We hebben onze mening al klaar, zonder dat we het volledige plaatje hebben. We trekken conclusies op incomplete (of zelfs incorrecte) informatie.
Waarom zijn aannames niet goed?
Als we een aanname doen, verstoren we de gesprekken die we met mensen voeren. Iemand kan je van alles vertellen, maar omdat je je mening al klaar hebt, luister je niet meer goed. Vanwege de zogeheten confirmation bias pikken we vooral dingen op die onze mening over iemand bevestigen. Het resultaat is een gesprek dat niet over feiten gaat, maar over aannames.
Verkeerde aannames kunnen ook projecten laten mislukken. Stel dat je een evenement organiseert en je hebt een geschikte locatie gevonden. Er passen 200 mensen in de zaal, precies genoeg. Jij gaat ervan uit dat het een staande receptie is, dat is het evenement dat je organiseert namelijk wel vaker. Maar deze klant gaat ervan uit dat er 200 mensen kunnen zitten. Beide partijen doen aannames en controleren deze niet. Je boekt de zaal en de klant is verbaasd als hij er tijdens het event achterkomt dat er geen stoelen in de zaal staan.
Helemaal voorkomen dat je aannames doet, is onmogelijk. Maar je bewust zijn van het mechanisme is al het halve werk. Door ANNA (Altijd Navragen, Nooit Aannemen) te betrekken in je gesprek, kun je het aantal aannames tot een minimum beperken. Wat houdt dat concreet in?
- Laat mensen uitpraten. Je weet pas wat mensen willen zeggen als je ze helemaal laat uitpraten. Door ze te halverwege te onderbreken, loop je de kans dat je reageert op je eigen aanname. En niet op wat die persoon echt wil zeggen.
- Herhaal het in je eigen woorden. De LSD-methode (Luisteren, Samenvatten, Doorvragen) is een goeie vriend van ANNA. Door te herhalen wat je gehoord hebt, kun je checken of je het goed hebt begrepen.
- Stel vragen. Merk je dat je niet helemaal zeker weet hoe iemand iets bedoelt? Of is je conclusie op een aanname gebaseerd? Stel dan vragen. Dat is de enige manier om zeker te weten dat je iemand goed begrepen hebt. Bijvoorbeeld zo: 'Even voor de zekerheid. Je zei net dat je volgende week donderdag een afspraak hebt, maar dan is het Hemelvaartsdag. Bedoel je niet donderdag over twee weken? Daar ging ik wel vanuit, maar ik controleer het liever.'
ANNA lijkt ook heel erg op NIVEA: Niet Invullen Voor Een Ander. Hoe gebruik je gespreksmethode NIVEA?