De cijfers liegen er niet om. Bijna de helft van de vrouwen heeft te maken (gehad) met seksuele intimidatie op de werkvloer. Wat kun je doen?
Kijkend naar de cijfers is de kans groot dat je iemand bent of kent die last heeft (gehad) van seksuele intimidatie op het werk. Volgens gegevens van ArboNed uit 2018 krijgt 1 op de 13 Nederlanders (7,6 procent) ermee te maken. Het College voor de Rechten van de Mens schat het aantal met 16 procent nog hoger in.
Beide instellingen zijn het over een ding eens: vrouwen worden vaker slachtoffer van seksuele intimidatie op de werkvloer dan mannen. Hoe kan dit gedrag op de werkvloer gestopt worden?
Wat is seksuele intimidatie?
Voordat je iets kunt bestrijden, moet je weten wat het precies is. Of iets onder seksuele intimidatie valt, is onder meer afhankelijk van de context. Een beetje geflirt kan goed uitpakken als dit gebeurt tussen twee collega’s die elkaar leuk vinden. Niet voor niets ontstaan veel relaties op de werkvloer.
Maar een seksueel getinte opmerking is volledig ongepast als een manager hem maakt tegen de stagiair. Dat heeft met de machtsverhouding tussen deze twee posities te maken. Die is ongelijk. En een serieuze vergadering is ook niet de plek voor opmerkingen met een randje - helemaal niet met externen erbij.
Seksuele intimidatie gaat dus niet alleen om de letterlijke bewoordingen of handelingen, maar ook om de context waarbinnen deze plaatsvinden.
Seksuele intimidatie komt in verschillende vormen en maten. Het kan gaan om een opmerking of grap, maar ook om fysiek contact of grove gebaren. Zodra het contact een seksuele lading heeft die ongewenst is, is er sprake van seksuele intimidatie.
Bewuste versus onbewuste seksuele intimidatie
Het is ook goed om te beseffen dat seksuele intimidatie bewust en onbewust kan plaatsvinden. Iemand denkt ‘gewoon’ een grapje te maken, zonder verdere bijbedoelingen. Maar zo’n grapje kan volledig verkeerd vallen. Op dat moment is niet meer de intentie van belang, maar hoe de grap ontvangen wordt. Seksuele intimidatie begint zodra de ontvanger van het gedrag aangeeft zich oncomfortabel te voelen.
Het veiligst is om op de werkvloer helemaal geen gedrag te vertonen dat dubbelzinnig kan worden uitgelegd. Bewaar dat maar voor de privésferen.
Risicofactoren voor intimidatie
Uit het onderzoek van ArboNed blijkt dat het probleem relatief vaak voorkomt in de zorg en de horeca. Uit een
CNV-onderzoek onder 3000 werkenden blijkt ook dat werken in een klein bedrijf met minder dan 10 werknemers een risicofactor is voor seksuele intimidatie. Daar hangt vaker een sfeer waarin gedacht wordt: ‘Dat moet toch kunnen?’
Seksuele intimidatie komt vaker voor in kleine bedrijven

In kleine bedrijven krijgen werknemers vaker met seksueel getinte opmerkingen te maken. Ook de baas maakt zich relatief vaker schuldig aan ongewenst gedrag. Het slachtoffer krijgt ook vaker te horen dat het ‘niet zo moet zeuren.’
Ongewenst gedrag is psychosociale arbeidsbelasting
Als seksuele intimidatie de ruimte krijgt op de werkvloer, is dat vaak een gevolg van falend PSA-beleid. Ieder bedrijf heeft de wettelijke verplichting om de psychosociale arbeidsbelasting (PSA) te voorkomen en te beperken.
Dat wil zeggen: het werk mag geen bron van stress zijn. Zaken als seksuele intimidatie en discriminatie zorgen ervoor dat iemand zich onveilig voelt op de werkvloer, en dat is bij wet verboden.
Protocol ontbreekt vaak
Maar verboden of niet, er lijkt nog een lange weg te gaan. Uit het eerdergenoemde CNV-onderzoek blijkt dat de helft van de organisaties geen protocol heeft opgesteld om seksuele intimidatie tegen te gaan. Meer dan eenderde van de werknemers heeft geen idee bij wie ze moeten aankloppen als ze lastig worden gevallen. Hier ligt dus een grote taak voor bedrijven.
Wat zou kunnen helpen, is het aanstellen van een
vertrouwenspersoon. Dit is in Nederland (nog) niet verplicht. Jammer, want de aanwezigheid van een vertrouwenspersoon verlaagt de drempel om misstanden te melden. Zeker in kleine bedrijven zou dat nuttig zijn. Wat als de dader je eigen manager is? In zo’n geval is een vertrouwenspersoon welkom.
Spreek iemand aan op gedrag
Stel dat je één van de mensen in Nederland bent die met dit
grensoverschrijdende gedrag te maken krijgt. Wat moet je dan doen? Je kunt altijd proberen om eerst het gesprek aan te gaan. Zeker als je vermoedt dat iemand zich niet bewust is van de impact van zijn of haar gedrag, kan dit een goede eerste stap zijn.
Leg uit - liefst met een concreet voorbeeld - waarom bepaalde opmerkingen en gedragingen jou dwarszitten. Neem iemand hiervoor even apart, zodat dit gesprek niet publiekelijk gevoerd wordt. Zo voorkom je hopelijk dat er een
onwerkbare situatie ontstaat.
Gespreksvoorbeeld
‘Zeg Jan, er moet mij iets van het hart. Wellicht heb je het niet door, maar jouw opmerkingen over mijn uiterlijk storen me enorm. Ik vind het onprettig dat je mij opzichtig complimenteert over mijn figuur. Ik kom hier om te werken en zit niet te wachten op ongewenst geflirt. Ik zou het erg waarderen als je zulke opmerkingen voortaan voor je houdt.’
Meld seksuele intimidatie
Ben je het gesprek al aangegaan, maar wil iemand niet luisteren? Of is het vergrijp heel ernstig? Stap dan naar de
HR-afdeling of je manager om melding te maken. Voel je je daar ook niet veilig? Weet dan dat je altijd mag aankloppen bij de bedrijfsarts. Deze is volledig onafhankelijk en heeft medisch beroepsgeheim. Dat is een goede optie als je wegens de stress rondom de seksuele intimidatie dreigt uit te vallen.
Uit onderzoek van het College voor de Rechten van de Mens blijkt dat slechts 37 procent van de slachtoffers van seksuele intimidatie een melding maakt. Zij denken vaak dat de situatie niet ernstig genoeg is of ze zijn bang hun baan te verliezen.
Begrijpelijk, maar het is belangrijk om ongepast gedrag in kaart te brengen en te stoppen. Daarom kun je ook altijd
ongewenst gedrag melden bij het College voor de Rechten van de Mens. Seksuele intimidatie is volgens hen namelijk een vorm van discriminatie, en dat is zoals gezegd verboden. Na de melding zal het College de rol van de werkgever beoordelen.