Hoe voorkom je als opdrachtnemer (zzp’er) of als opdrachtgever schijnzelfstandigheid? De Belastingdienst controleert hier vanaf 2025 streng op.
Wat is schijnzelfstandigheid?
Schijnzelfstandigheid houdt in dat je als zelfstandig ondernemer (zzp’er) werk verricht dat volgens het arbeidsrecht eigenlijk werk in loondienst is. Je werkt dus in verkapt dienstverband voor een opdrachtgever.
De overheid is niet blij met verkapte dienstverbanden, want opdrachtgevers betalen zo niet de belastingen en de premies die bij loondienst horen. Om deze reden werd dan ook de Wet DBA bedacht.
Wat is de Wet DBA?
De Wet DBA staat voor: deregulering beoordeling arbeidsrelatie. Deze wet is door de overheid in het leven geroepen om opdrachtgevers en opdrachtnemers zekerheid te bieden over hun arbeidsrelatie. Tot 2016 kon dat met een VAR (Verklaring Arbeidsrelatie).
Criteria uit de Wet DBA: wanneer ben je zelfstandig ondernemer?
1. Je werkt echt als ondernemer.
Dit houdt in dat je ondernemersrisico’s loopt, zoals het zelf investeren in reclame en bedrijfsmiddelen.
2. Je bent niet afhankelijk van één opdrachtgever.
Je bent financieel niet afhankelijk van één opdrachtgever. Maar let op: de wet zegt niets over een minimaal aantal opdrachtgevers dat je moet hebben.
3. Je bepaalt zelf hoe je je werk uitvoert.
Je opdrachtgever mag je niet voorschrijven hoe jij je werk moet doen. Als dit wel gebeurt, dan lijkt dit sterk op een dienstverband.
4. Je bepaalt zelf wanneer en waar je werkt
Je opdrachtgever mag je niet voorschrijven waar en wanneer jij moet werken. De Belastingdienst kan dit ook opvatten als tekenen van dienstverband.
5. Je gebruikt je eigen materialen
Je werkt met eigen materialen en middelen om opdrachten uit te voeren.
6. Je mag niet hetzelfde werk doen als werknemers in loondienst
Stel, je opdrachtgever heeft werknemers in dienst die precies hetzelfde werk doen als jij. Als zelfstandige mag je ditzelfde werk niet doen.
7. Je mag een vervanger sturen
Je opdrachtgever mag je niet verplichten om zelf het werk uit te voeren. Je mag iemand anders inzetten voor de klus, bijvoorbeeld als je ziek wordt.
De criteria uit de Wet DBA geven geen garantie dat de Belastingdienst jou als zelfstandige beschouwt. Ze worden wel door zowel opdrachtnemers, opdrachtgevers en de Belastingdienst zelf gebruikt als indicaties. Veel zzp’ers maken zich op dit moment nog zorgen over hoe strikt of hoe ruim de Belastingdienst met deze criteria zal omgaan.
Einde en retour van de WET DBA
Met de Wet DBA slaagde men er tot nu toe niet in om volledige zekerheid te bieden over arbeidsrelaties. De Belastingdienst controleert daarom tot eind 2024 op basis van een iets coulanter ‘handhavingsmoratorium’. Toch is de Wet DBA weer op z’n retour. Vanaf 1 januari 2025 wordt weer streng gehandhaafd op schijnzelfstandigheid volgens de regels vanuit deze wet.
Handhaving op schijnzelfstandigheid tot en met 31 december 2024
De Belastingdienst werkt tot eind 2024 dus nog met het handhavingsmoratorium. Dit houdt twee mogelijke situaties in:
1. Geen opzettelijke schijnzelfstandigheid
De opdrachtgever en opdrachtnemer hebben niet opzettelijk voor schijnzelfstandigheid gekozen. In dit geval geeft de Belastingdienst hoogstens een aanwijzing om zaken te verbeteren. Je hebt drie maanden de tijd om dat te doen. Breng je geen verbeteringen aan, dan krijg je een correctieverplichting van de Belastingdienst.
2. Opzettelijke schijnzelfstandigheid
De opdrachtgever en opdrachtnemer hebben opzettelijk voor schijnzelfstandigheid gekozen. In dit geval legt de Belastingdienst een correctieverplichting en een naheffingsaanslag op aan de opdrachtgever. Bovendien kan de opdrachtgever een boete krijgen.
Handhaving op schijnzelfstandigheid vanaf 1 januari 2025
Vanaf 1 januari 2025 handhaaft de Belastingdienst weer volledig op basis van de Wet DBA op schijnzelfstandigheid. Ze geven dan geen aanwijzingen meer. Het maakt ook niet meer uit of de schijnzelfstandigheid opzettelijk is of niet: opdrachtgevers kunnen vrijwel direct boetes en naheffingen verwachten.
Wel houdt de Belastingdienst rekening met een overgangsperiode van een jaar, maar wat dat dan concreet inhoudt, is nog niet duidelijk.
Handhaving met terugwerkende kracht: kan dat en hoe zit dat?
De Belastingdienst mag met terugwerkende kracht handhaven op schijnzelfstandigheid, maar niet verder dan tot 1 januari 2025. Tenzij er sprake is van schijnzelfstandigheid met opzet: de Belastingdienst kan dan tot vijf jaar terug naheffen.
Gevolgen voor opdrachtgever
Je bent opdrachtgever en de Belastingdienst ontdekt dat je een zzp’er als werknemer inzet. Wat zijn voor jou dan de mogelijke gevolgen?
- Je moet de zzp’er misschien alsnog een contract in loondienst aanbieden.
- Je kunt naheffingen krijgen. Je moet, bijvoorbeeld, alsnog loonbelasting, sociale premies en (soms ook) pensioenpremie betalen.
- Je kunt daarnaast een boete krijgen. Tot nu toe bestaat het vermoeden dat het om een bedrag kan gaan van rond de €5000, maar dit is nog niet bevestigd.
- Je onderneming kan onder een cao vallen. In dat geval kun je maatregelen opgelegd krijgen die overeenkomen met de bepalingen uit die cao voor medewerkers in loondienst.
Gevolgen voor opdrachtnemer
Wat zijn de gevolgen voor jou als zzp’er als de Belastingdienst erachter komt dat je een verkapt dienstverband bent aangegaan?
- Je maakt weinig tot geen kans om alsnog bij de opdrachtgever regelingen op te eisen die horen bij het loondienstverband, zoals doorbetaling bij ziekte.
- Je kunt bepaalde fiscale voordelen verliezen. Denk aan voordelen zoals de startersaftrek, maar ook aan de zelfstandigenaftrek of mkb-winstvrijstelling. Het is ook mogelijk dat je bepaalde zaken moet terugbetalen aan de Belastingdienst.
Hoe voorkom je schijnzelfstandigheid?
De overheid stelt dat opdrachtnemers en opdrachtgevers samen verantwoordelijk zijn om schijnzelfstandigheid te voorkomen. Dit komt op de volgende stappen neer:
- Bepaal samen eerst of er sprake is van loondienst.
- Loondienst of niet? Bepaal samen de juiste contractvorm.
- Verandert de samenwerking tussendoor? Beoordeel dan opnieuw of er sprake is van loondienst.
Hoe beoordeel je of er sprake is van loondienst?
Als zzp’er en als opdrachtgever kun je verschillende officiële checklists gebruiken om te achterhalen of er sprake is van loondienst. Dit zijn ze:
1. Voor opdrachtnemers
Vul de
Ondernemingscheck van de Belastingdienst in. Je weet dan of je als zzp’er ondernemer bent voor de Belastingdienst.
2. Voor opdrachtgevers
Weet je niet of je iemand in loondienst moet nemen of een zelfstandige moet inhuren? Vul dan de
Webmodule Beoordeling Arbeidsrelatie in. Dit is een vragenlijst die je helpt te bepalen wat je moet doen.
3. Voor ondernemers én opdrachtgevers
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) biedt online een
keuzehulp aan. Die helpt je te bepalen of er sprake is van loondienst. Je kunt zo samen ook inschatten wat het juiste contract is voor de opdracht. Wordt het een loondienstcontract of een contract dat bij een zzp-klus hoort?