Sollicitatiegesprek: vragen over je Werkhouding

Een sollicitatiebrief en cv geven een beperkte indruk van jou als kandidaat. Op papier voldoe je aan de eisen, maar bedrijven willen ook weten hoe je je op de werkvloer gedraagt. Daarom kun je vragen in je sollicitatiegesprek krijgen over je werkhouding. Welke vragen kun je tijdens je gesprek verwachten en hoe geef je een antwoord waar het bedrijf blij van wordt?

1. Welke verantwoordelijkheden had je in je vorige functie?

Deze vraag is eenvoudig voor te bereiden door de verantwoordelijkheden in de vacaturetekst goed door te nemen. Staan er dingen in waar je nu ook al verantwoordelijk voor bent? Dan noem je die verantwoordelijkheden in ieder geval. Dan laat je zien dat je dat kan. Noem ook een paar dingen die uniek zijn aan je huidige functie, anders lijkt het alsof je de interviewer naar de mond praat.

2. Hoe organiseer je je werk?

Hoe je je werk organiseert, zegt iets over hoe secuur je bent. Werkgevers zien graag dat je je zaakjes op orde houdt. Dat je aan timemanagement doet, een agenda bijhoudt en je deadlines haalt.

Krijg je in je sollicitatiegesprek een vraag over hoe het gesteld is met je organisatorische competenties? Leg ze uit hoe jij ervoor zorgt dat je werk op tijd af is en hoe je bijhoudt wat je moet doen.

3. Wat vinden je collega's van jou?

Er zit een verschil tussen hoe je naar jezelf kijkt en hoe anderen je zien. Dat is interessante informatie voor een werkgever. Denk eens na over complimenten die je van collega’s hebt gekregen de afgelopen tijd. Dat geeft het bedrijf inzicht in hoe jij functioneert op de werkvloer.

Je kunt je (oud)-collega’s ook vragen wat ze van je vinden (mits ze weten dat je solliciteert).

4. Met welk dier zou je jezelf vergelijken? (Ja, echt!)

Dit klinkt als een gekke sollicitatievraag, maar het is een manier om jou beter te leren kennen. De interviewers willen ook zien hoe je reageert als je zo’n bizarre vraag krijgt. Zeg gerust dat je daar even over na wil denken als de vraag je overvalt, dat is beter dan gaan ratelen of te lang stil blijven.

Noem daarna een dier met eigenschappen die bij jou én de functie passen. Mieren zijn goed georganiseerd, adelaars zijn goed in overzicht houden, geiten zijn eigenwijs, etc.

5. Hoe ga je om met professionele tegenslagen?

Soms zit het even tegen. Je hebt een grote klus verprutst, een klant teleurgesteld of een grote fout gemaakt op de werkvloer. Niet leuk, maar het kan gebeuren. Ga je dan bij de pakken neerzitten? Of heb je een manier om daarvan te leren?

Je kunt in je sollicitatiegesprek vragen krijgen over momenten waarop je faalde. Je kunt in je antwoord de STARR-methode gebruiken. Geef een concreet voorbeeld waaruit blijkt hoe jij met tegenslag omgaat.

6. Hoe ga je om met plotselinge veranderingen?

Het is natuurlijk fijn als je van nature iemand bent die zich makkelijk aanpast. Maar als je dat niet bent, doe dan tijdens je sollicitatiegesprek niet alsof dat wel zo is. Je valt snel genoeg door de mand. Dat is nog veel erger dan moeite hebben met plotselinge veranderingen. Leg vooral uit hoe je - ondanks je initiële moeite - toch moeite doet om je aan te passen. Je bereidheid tonen is soms al voldoende.

7. Wat voor werk wil je nooit meer doen?

Hier hebben we allemaal direct een beeld bij, toch? Het is een gevaarlijke vraag in een sollicitatie. Je moet natuurlijk niet iets noemen waar je in deze functie veel mee te maken krijgt. Je kunt een vervelend bijbaantje uit het verleden noemen of een taak die erg ver afstaat van deze nieuwe functie.