Je verdient €2000 bruto per maand.
Je krijgt 12 maanden lang dit loon.
Over deze €2000 bruto krijg je 8% vakantiegeld.
De (percentage)berekening gaat dan zo:
2000/100 = 20.
8 x 20 = 160.
Je hebt altijd recht op vakantiegeld. Maar op hoeveel precies? Hier staat een zeer precieze berekening en uitleg over de regels over je vakantiegeld.
Je vakantiegeld bedraagt 8% van je brutoloon. Dit percentage ligt vast in de wet. Werkgevers mogen wel meer uitkeren, als ze dat willen.
Overigens wordt ‘vakantiegeld' soms ook wel ‘vakantietoeslag' of ‘vakantiebijslag' genoemd. Het is dus mogelijk dat je deze termen tegenkomt in documenten die over je werk gaan, zoals bijvoorbeeld je arbeidscontract of loonstrook.
Je werkt misschien (regelmatig) overuren en krijgt daar misschien ook overwerktoeslag voor. Over de totale waarde van je overwerkuren, dus met of zonder toeslag, moet je werkgever vakantiegeld betalen.
Hoe bereken je eigenlijk je vakantiegeld?
Je verdient €2000 bruto per maand.
Je krijgt 12 maanden lang dit loon.
Over deze €2000 bruto krijg je 8% vakantiegeld.
De (percentage)berekening gaat dan zo:
2000/100 = 20.
8 x 20 = 160.
Je vakantiegeld over €2000 bruto bedraagt dus maandelijks €160 bruto. Jaarlijks komt dit neer op €1920 bruto (dat is 160 x 12 maanden).
MAAR LET OP:
Het gaat hier om een bruto jaarbedrag. Daarover moet je nog belasting betalen, net als over je ‘gewone' loon. De Belastingdienst beschouwt vakantiegeld zelfs als ‘bijzondere beloning', dus als loon bovenop je loon. En bijzondere beloningen vallen onder, wat de Belastingdienst ook zelf letterlijk noemt, een bijzonder tarief.
Hoe wordt het bijzonder tarief dan toegepast op vakantiegeld?
Je vakantiegeld wordt sowieso opgeteld bij je jaarinkomen. We gaan hier weer even uit van het vorige rekenvoorbeeld.
Je verdient €2000 bruto per maand.
Je jaarinkomen is dan €24000 bruto.
€24000 + €1920 (je jaarlijkse bruto vakantiegeld) = €25920. Dit bedrag (maar ook je leeftijd) bepaalt onder welke belastingschijf je valt. Zoek in dit actuele overzicht van de Belastingdienst de voor jou toepasselijke belastingschijf op.
Ik weet onder welke belastingschijf ik val. Wat nu?
In ons voorbeeld verdien je €25920 bruto per jaar. Het percentage dat je aan loonheffing over dit bedrag moet betalen is dus €19,03 (belastingschrijf 2023, zie de belastingschijven nog eens).
Maar nu komt het lastige gedeelte: je kunt op die loonheffing kortingen krijgen, namelijk de algemene heffingskorting en de arbeidskorting. Maar omdat je vakantiegeld aan je loon wordt toegevoegd, kun je in een hogere belastingschijf komen. De kortingen die je normaal gesproken krijgt op het jaarloon, kunnen dan ineens lager uitvallen.
De Belastingdienst werkt daarom met een tweede tabel, namelijk de ‘verrekeningspercentage loonheffingskorting'. Houd deze tabel er even bij, want we gaan weer even terug naar de berekening.
Je verdient dus €25920 per jaar. Nogmaals: dit is inclusief je bruto jaarlijkse vakantiegeld.
We gaan er ook even vanuit dat je nog onder de AOW-leeftijd valt.
Het percentage Bijzonder Tarief (ook wel percentage BT) dat bij je jaarloon hoort is €36,93%.
Rechts daarvan staat het bijbehorende verrekeningspercentage loonheffingskorting. In dit geval is dat 3,01%.
Je telt beide percentages bij elkaar op. Namelijk: 36,93 + 3,01 = 39,94.
Je betaalt dus over je hele jaarloon inclusief het jaarlijkse vakantiegeld 39,94% loonheffing.
Hoeveel belasting betaal je dan over alleen je vakantiegeld?
Jouw jaarlijkse bruto vakantiegeld is €1920 bruto. Hier bereken je de 39,94% over. Dat komt neer op:
1920 / 100 = 19,2
19,2 x 39,94 = €766,85. Dit bedrag betaal je dus aan belasting over je jaarlijkse vakantiegeld.
Dus wat houd je netto aan vakantiegeld per jaar over? €1920 - €766,85 = €1153,15.
Vakantiegeld krijg je één keer per jaar. Meestal is dat in april of mei, afhankelijk van wat je werkgever bepaalt. Die berekent het bedrag over het loon dat je kreeg van 1 juni vorig jaar tot 1 juni dit jaar.
De opbouw van je vakantiegeld loopt door als je ziek bent.
Ja. Als je stopt met je baan, keert je werkgever het door jou opgebouwde vakantiegeld uit. Het bedrag gaat dus mee in de eindafrekening.
Je hebt geen recht op vakantiegeld als dit in je cao staat. Maar de overheid stelt als voorwaarde dat je werkgever je dan wel minstens 108% aan minimumloon moet bieden. Biedt hij minder, dan moet hij alsnog vakantiegeld betalen.
Als je meer dan drie keer het minimumloon krijgt, kan het zijn dat je werkgever je vakantiegeld wil verlagen. Of je werkgever geeft je helemaal geen vakantiegeld. Deze afspraak moet wel schriftelijk worden vastgelegd.
Je werkgever is hoe dan ook verplicht om vakantiegeld uit te betalen. Maar hij kan werknemers wel om uitstel vragen, bijvoorbeeld als hij al achterstallige betalingen heeft lopen. Hiervoor bestaan wel twee voorwaarden:
Je werkgever moet zijn verzoek schriftelijk indienen
Werknemers mogen niet onder druk gezet zijn om toe te stemmen.
Hoewel je wettelijk recht hebt op vakantiegeld, kunnen afspraken daarover per werkgever verschillen. Lees daarom altijd eerst je arbeidscontract of cao. In deze documenten staan namelijk vrijwel altijd de afspraken over (de uitbetaling van) vakantiegeld.