Wettelijke vakantiedagen zijn vakantiedagen waar je volgens de wet recht op hebt. Om hoeveel dagen gaat het? Ontdek hier hoe je dit zelf berekent.
Bij de berekening van het aantal wettelijke vakantiedagen gaan we even uit van deze voorbeelden.
Voorbeeld 1
Je werkt 40 uur per week.
Je hebt recht op vier keer het aantal uren dat je wekelijks werkt (volgens de Nederlandse wet).
Dit komt neer op:
40 x 4 = 160 uren verlof.
160 uren = 20 wettelijke vakantiedagen per jaar.
Voorbeeld 2
Je werkt 24 uur per week (parttime dus)
Ook dan heb je recht op vier het aantal uren dat je wekelijks werkt.
Dit komt neer op:
4 x 24 = 96 uren verlof.
96 uren = 12 wettelijke vakantiedagen per jaar.
Wettelijke vakantiedagen vervallen na een half jaar, gerekend vanaf het jaar dat je deze dagen hebt opgebouwd. Een voorbeeld:
Je start in januari 2023 met je dienstverband voor 40 uur per week.
Binnen dit jaar heb je 20 vakantiedagen opgenomen. Hiervan heb je er 10 opgenomen, nog steeds binnen hetzelfde jaar.
In januari 2024 blijven dus 10 vakantiedagen over. Die moet je opmaken voor 1 juli 2024.
Uitbetaling van wettelijke vakantie mag niet van de wet. Maar het mag wél als je arbeidscontract eindigt en/of overstapt naar een nieuwe baan.
Heb je ook bovenwettelijke vakantiedagen opgebouwd? Je werkgever mag deze wel altijd uitbetalen, maar hij of zij is dit niet verplicht.
In Nederland heeft elke (legaal werkende) persoon recht op een minimum aan vakantiedagen. De wettelijke vakantiedagen, dus. Het maakt daarbij niet uit of je fulltime of parttime werkt. Het maakt ook niet uit of je onder een tijdelijk of vast contract werkt. Het aantal opgebouwde vakantieuren (en dus dagen) verschilt daarom vaak wel per werknemer én per werkgever.
Sommige werkgevers bieden zelfs bovenwettelijke vakantiedagen aan. Dit zijn extra vakantiedagen naast je wettelijke verlofdagen. Voor sommige werknemers zijn bovenwettelijke vakantiedagen dan ook aantrekkelijk als secundaire arbeidsvoorwaarde.
Inhoud
